Als je problemen hebt om je verblijf in een woonzorgcentrum te betalen, dan kan het sociaal huis tussenkomen in de financiële kosten. 

Procedure

Het  woonzorgcentrum voert een onderzoek naar de zorgbehoefte en je financiële en sociale situatie.  Je wordt als behoeftig omschreven indien: 

  • je niet of niet langer dan één jaar de verblijfskosten van het WZC kan betalen. 
  • je voldoende middelen hebt om de verblijfskosten te betalen, maar niet meer in staat is om je middelen te beheren en je niemand hebt die het beheer kan overnemen. 
  • je een tijdlang uit eigen middelen de verblijfsfactuur van het WZC  kon betalen, maar je na uitputting van de middelen een tussenkomst in de verblijfskosten aanvraagt. 

De maatschappelijk werker van het sociaal huis zal je sociale en financiële situatie verder onderzoeken. In de eerste plaats moet je zoveel mogelijk je eigen middelen gebruiken om de kosten te betalen. Indien je kinderen hebt, onderzoekt de maatschappelijk werker ook de onderhoudsplicht. Bij dit onderzoek wordt rekening gehouden met het aantal kinderen en andere parameters. De berekening van het onderhoudsgeld gebeurt volgens een uniforme schaal van tussenkomsten. Dit geeft het bedrag weer dat maandelijks maximaal mag teruggevorderd worden bij het onderhoudsplichtige kind.

Borgstelling

Een borgstelling is een waarborg voor het betalen van de woonzorgcentrumkosten. In de opnameovereenkomst met het woonzorgcentrum legt men contractueel vast op welke wijze deze borg geregeld is.  Degene die de opnameovereenkomst tekent, verklaart dat hij de dagprijs en alle andere woonzorgkosten zal betalen.

Twijfel je of je de verblijfskosten kunt betalen? Teken het document over de borgstelling dan niet maar maak eerst een afspraak met het sociaal huis. Het woonzorgcentrum zelf kan je hier ook in begeleiden.