Op 23 februari 2017 werden de milieuvergunning, de stedenbouwkundige vergunning en de verkavelingsvergunning samengevoegd tot de omgevingsvergunning. Dit betekent dus dat je vanaf dan geen milieuvergunning meer nodig hebt, maar een omgevingsvergunning als je een bedrijf wilt starten of wijzigen dat hinderlijk kan zijn voor mens en milieu.

De klassen 1, 2 en 3 duiden op de graad van mogelijke hinder van je bedrijf voor mens en milieu. De indeling in klassen is gebaseerd op de aard en de belangrijkheid van de milieu-effecten.

Overzicht klassen 

Klasse  1                 

meest hinderlijke activiteit Deze bedrijven veroorzaken de grootste hinder voor het leefmilieu en moeten een omgevingsvergunningsaanvraag indienen bij het provinciebestuur, tenzij de activiteit voorkomt op de Vlaamse gesloten lijst.
Klasse 2  minder hinderlijke activiteit Deze bedrijven veroorzaken minder hinder en moeten een omgevingsvergunningsaanvraag indienen bij de gemeente, tenzij de activiteit voorkomt op de Vlaamse of provinciale gesloten lijst.
Klasse 3 de minst hinderlijke activiteit Deze minst hinderlijke bedrijven moeten hun activiteit(en) enkel melden bij de gemeente, tenzij de activiteit voorkomt op de Vlaamse of provinciale gesloten lijst.

Tot welke klasse behoort je bedrijf?

Om te weten te komen tot welke klasse je bedrijf hoort kun je de Vlaremwegwijzer raadplegen.  Vind je jouw activiteit niet? Open de volledige indelingslijst om je klasse op te zoeken. Als je alle activiteiten hebt opgesomd, is de hoogste klasse bepalend voor de klasse van je totale bedrijf.

Bijvoorbeeld: Als je zes activiteiten van klasse 3 uitvoert en één van klasse 1, dan valt je volledige bedrijf onder de klasse 1 en moet je dus voor al jouw activiteiten een omgevingsvergunningsaanvraag voor een klasse 1-inrichting indienen bij het provinciebestuur, tenzij de activiteit voorkomt op de Vlaamse gesloten lijst.

Ongeacht of je vergunning nu verleend wordt door de minister, de deputatie of de gemeente, er zijn drie verschillende procedures die kunnen gevolgd worden. 

  1. Gewone procedure met openbaar onderzoek. Deze procedure heeft invloed op de gemeentelijke dossierkosten en op de tijd tussen indienen van de aanvraag en de uiteindelijke beslissing. 
  2. Vereenvoudigde procedure zonder openbaar onderzoek. Deze procedure is voor tijdelijke activiteiten en kleine wijzigingen van reeds bestaande gegunde gebouwen.
  3. Meldingsprocedure: voor een aantal kleine werken is geen vergunning nodig of volstaat een melding.

Meer info over de verschillende procedures vind je hier.

Heeft je project betrekking op zowel stedenbouwkundige handelingen als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit? En zijn ze onlosmakelijk met elkaar verbonden?  Dan ben je verplicht om één gemengde aanvraag in te dienen.  Het apart aanvragen van bijvoorbeeld eerst de stedenbouwkundige handelingen en later de ingedeelde activiteiten is verboden.

Afhankelijk van de klasse dien je de aanvraag of melding in via het omgevingsloket bij de Vlaamse Overheid, het provinciebestuur of de gemeente. Op de website van het omgevingsloket vind je hierover meer informatie.

Naar het omgevingsloket