Gusta
De zielsverwantschap die Albert Van Dyck voelt met eenvoudige mensen en vooral kinderen, komt nergens zo uitdrukkelijk naar voren als in de portretten van de jonge Gusta Hendrickx (1929-2018). Over een periode van 15 jaar zal Van Dyck haar in meer dan honderd werken vereeuwigen.

De tekeningen en schilderijen van Gusta getuigen stuk voor stuk van de intieme band tussen de schilder en zijn model. Vanaf haar achttiende zal Gusta nu en dan de afwas en de strijk van de ongehuwde kunstenaar doen. Ze vergezelt hem ook op uitstapjes naar vrienden in Antwerpen en woont tijdens zijn laatste levensjaar bij hem in om hem beter te kunnen verzorgen.

Gusta 1

Gusta, 4 jaar (bewaarplaats onbekend).

Gusta 2

Gusta, 10 jaar (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen).

Gusta 3

Gusta, 14 jaar (privécollectie).

Gusta over haar eerste ontmoeting met de kunstenaar
‘Wij woonden in de buurt van Albert van Dyck. Mijn grootvader en ik wandelden regelmatig voorbij het huis van de kunst­schilder. Op een zekere dag heeft Albert van Dyck mijn groot­vader aangesproken en gevraagd of hij zijn kleindochter eens mocht schilderen. Mijn grootvader antwoordde dat hij dat eerst aan zijn schoondochter moest vragen. Ik was toen ongeveer vier jaar oud en ik had toen een echte witte kop. Dit was het begin van vele jaren poseren.’